Vereniging

Reünisten Electromonteurs | Koninklijke Marine

Home Nieuws Lid worden Vereniging Reünie Archief Leden Links Contact

Ouder Nieuws - AOW-gat/-hiaat


AOW-gat/-hiaat: uitkering moet aansluiten op AOW-leeftijd!!!!


Bron: Ski Springer Advies


In 2015 is er veel actie gevoerd om de FLO-uitkering en de Bovenwettelijke WW-uitkering aan te laten sluiten op de AOW-leeftijd. Immers de AOW-leeftijd  neemt elk jaar toe zodat er een AOW-hiaat van zelfs 2 jaar of meer kan ontstaan indien de UKW-uitkering of de BW-uitkering op de leeftijd van 65 jaar stopt.


Er is veel onbegrip bij de militairen in de starre houding van Defensie. Dit onbegrip heeft mede geresulteerd in een besloten facebook-pagina die aan deze problematiek ook aandacht besteed.


De bijzondere positie van de militair heeft tot gevolg dat militairen wettelijk eerder moeten stoppen. Defensie heeft in de afgelopen jaren zelfs meerdere verzoeken voor nadienen afgewezen. Defensie bleef aanvankelijk vasthouden aan de pensioenleeftijd van 65 jaar en gaf aan dat de ophoging van de AOW-leeftijd en daarmee het AOW-hiaat regeringsbeleid was. Defensie droeg daar geen verantwoordelijkheid voor.


Na druk vanuit de medewerkers (militairen en burgers), de bonden, de politiek en de uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens alsmede vernietigende uitspraken van uiteenlopende rechtbanken moest Defensie wel met een voorstel komen.


Per 1 oktober 2015 hebben Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel (muv de ACOP) een akkoord getekend waardoor de defensiemedewerk(st)er vanaf de leeftijd van 65 jaar tot en met de AOW-datum een tegemoetkoming ontvangt. Deze tegemoetkoming is een maandelijks bedrag dat gelijk is aan de bruto AOW-uitkering, inclusief vakantiegeld. Deze overeengekomen voorziening kent een terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.


In de brief van 14 december 2015 (TK 34300 X nr 71) wordt aangegeven dat gedurende die periode (pensioendatum – AOW-datum) nog AOW-premie is verschuldigd, zodat het totaal lager uitvalt dan als de uitkering zou worden doorbetaald tot de AOW-datum. Er is daarom slechts sprake van een gedeeltelijke financiële compensatie.


Het geschil tussen Defensie en de defensiemedewerk(st)er beperkt zich tot de duur van  uitkering. Defensie meent dat er geen redenen zijn om de uitkering door te laten lopen tot aan de AOW-datum.


Onderstaand treft u enkele argumenten aan die door Defensie worden gehanteerd alsmede de reactie (indien van toepassing).


2. Het is wettelijk verankerd in de regelgeving van Defensie


Standpunt Defensie: De uitkering verwijst voor wat betreft pensioengerechtigde leeftijd naar artikel 39 AMAR en artikel 122 van het BARD. De pensioengerechtigde leeftijd zou aldus Defensie binnen de sector Defensie op 65 jaar kunnen worden gesteld omdat die leeftijd is verankerd in de regelgeving.


Reactie: In beide artikelen wordt weliswaar gesproken over de pensioengerechtigde leeftijd waarbij altijd een leeftijd van 65 jaar is bedoeld. Deze wettelijke artikelen zijn echter in strijd met hogere wetten.


Defensie maakt immers onderscheid op grond van leeftijd door de uitkering bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar te beëindigen. De ambtenaren die na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar geen uitkering meer ontvangen hebben te maken met een inkomstenterugval en worden dus benadeeld. Immers zij hebben geen aanspraak meer op de uitkering maar kunnen gezien hun leeftijd ook nog geen beroep doen op de AOW-uitkering.


Wet gelijke behandeling


Volgens de Wet Gelijke Behandeling op grond van leeftijd bij arbeid (Wgbla) is het verboden een onderscheid te maken op grond van leeftijd tenzij zo’n onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Er valt geen enkele rechtvaardiging te vinden voor het feit dat de duur van de uitkering varieert en afhangt van het moment waarop de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.


Verschillende rechtbanken komen allen tot de conclusie dat er geen grond is voor een dergelijk onderscheid op grond van leeftijd. Daarmee maakt Defensie een ontoelaatbaar onderscheid naar leeftijd.


College voor de Rechten van de Mens


Het College voor de Rechten van de Mens heeft op 1 september 2014 (oordeel 2014-105) in haar besluit overwogen dat ambtenaren die tijdens de looptijd van de wachtgelduitkering 65 jaar worden, vanwege hun leeftijd geen wachtgelduitkering meer krijgen, terwijl jongere ambtenaren wel voor de volledige duur (zoals omschreven in artikel 8 en 9 van het Wachtgeldbesluit) een wachtgelduitkering ontvangen. Ook in de zaak van een militair oordeelde het College dat Defensie een verboden onderscheid maakt, terwijl er geen enkele grond aanwezig is om dit onderscheid te rechtvaardigen. (zie het oordeel)


Europese regelgeving


Ook volgens de Europese richtlijnen dient Defensie de uitkering tot aan de AOW-leeftijd door laten lopen. Nederland heeft met de Wgbla Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (Richtlijn 2000/78) geïmplementeerd en dat betekent dat de Wgbla mede in het licht van de rechtspraak van het HvJEU over Richtlijn 2000/78 moet worden uitgelegd. Het HvJEU heeft in genoemd arrest van 26 september 2013 voor recht verklaard dat de artikelen 2 en 6, eerste lid, van Richtlijn 2000/78 aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling op grond waarvan ambtenaren die de leeftijd hebben bereikt waarop zij ouderdomspensioen kunnen ontvangen, op die enkele grond niet in aanmerking kunnen komen voor wachtgeld dat bestemd is voor ambtenaren die zijn ontslagen wegens het vervallen van hun functie en niet meer beschikbaar zijn voor een andere functie.


Nu Defensie een dergelijk onderscheid wel maakt is de handelswijze van Defensie in strijd met de Europese rechtspraak.


3. Het ABP is verantwoordelijk voor de pensioenen


Standpunt Defensie: In het ABP pensioenreglement staat de leeftijd van 65 jaar.


Reactie: Dit is niet meer juist. Vanwege de leeftijdsdiscriminatie heeft ook het ABP per 1 januari 2015 besloten om de pensioenregeling aan te passen zodat het pensioen ingaat op het moment dat deelnemer van het ABP AOW geniet.


https://www.abp.nl/over-abp/actueel/ontwikkelingen-pensioenregeling/wijzigingen-2015.aspx


Op de website van het ABP staat: De pensioenregeling van ABP sluit nu aan op de AOW-leeftijd. Dit betekent dat uw pensioen standaard ingaat als u de AOW-leeftijd bereikt. Maar met ABP KeuzePensioen kunt u ook eerder of later met pensioen.


Dat betekent dat de leeftijd van 65 jaar inmiddels volstrekt willekeurig is geworden nu deze niet meer samenhangt met het op deze leeftijd gaan ontvangen van AOW of pensioen.


4. Zelf inkomsten genereren


Standpunt Defensie:  De militair of burger werkzaam bij Defensie kan werk zoeken om de inkomstenterugval op te vangen.


Reactie: Defensie hanteert hierbij enkel en alleen het argument bij diegenen die 65 jaar of ouder zijn. Dit standpunt wordt niet gehuldigd bij degenen die bijvoorbeeld jonger dan 64 jaar zijn.


Standpunt Defensie: Het AOW-gat kan worden gerepareerd via het zogenaamde keuzepensioen. De militair/burger kan dan zijn eigen pensioen aanspreken.


Reactie: Ook hier wordt een verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt. Immers enkel omdat de militair/burger 65 jaar wordt, moet het keuzepensioen eerder worden aangesproken om het inkomen aan te vullen, terwijl degenen die jonger zijn dan 65 jaar dat niet hoeven te doen. Daarbij komt dat het naar voren halen van het pensioen ook tot een inkomstenterugval leidt. Immers een deel van het pensioen waar de militair/burger recht op heeft wordt naar voren gehaald. (‘sigaar uit eigen doos’).


Door het recht op wachtgeld afhankelijk te maken van de mogelijkheid om al op 65-jarige leeftijd het ABP-keuzepensioen in te laten gaan en dit van een jongere ambtenaar niet te verlangen maakt Defensie verboden onderscheid als bedoeld in de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBLA).


De rechtbank van Oost-Brabant stelt in de uitspraak van 8 december 2015 vast dat Defensie onderscheid op grond van leeftijd maakt door de wachtgelduitkering van medewerkers bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar te beëindigen, ook al is de duur van het wachtgeld niet volledig “opgesoupeerd”, terwijl jongere ambtenaren wel voor de volledige duur een wachtgelduitkering ontvangen. Zodoende is het afhankelijk van leeftijd of de opgebouwde rechten volledig kunnen worden benut.


5. Defensie is een eigen sector met een eigen regelgeving


Standpunt Defensie: Ambtenaren van Defensie (militairen én burgers) behoren tot de sector Defensie en vallen onder het AMAR en het BARD. Dat het ARAR is aangepast staat los van hetgeen in het AMAR en het BARD is bepaald. Er is immers sprake van een sectormodel waarin elke afzonderlijke overheidssector afspraken maakt over het arbeidsvoorwaardenpakket.


Reactie: Het sectorenmodel kan niet bepalend zijn om de leeftijdsdiscriminatie te handhaven. Bij besluit van 11 september 2014 (Staatsblad 2014, nr. 345) zijn het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk en het Rijkswachtgeldbesluit 1959 aangepast. Deze aanpassing betreft onder andere dat de uitkeringsduur op basis van deze regelingen is verlengd tot de dag waarop de ambtenaar de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in de AOW bereikt.


Zo dient ook het AMAR en BARD aangepast te worden zodat het aansluit op de AOW-datum.  Zowel het AMAR als ook het BARD zijn namelijk in strijd met de Wet gelijke behandeling leeftijd bij de arbeid (WGBL) en in strijd met het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) én in strijd met de Grondwet. Er is daarom geen enkele rechtvaardiging voor een verschil in de behandeling van ambtenaren die tot verschillende sectoren behoren aldus de rechtbank in Noord-Holland


6. Er zijn compenserende maatregelen


Standpunt Defensie: Per 1 oktober 2015 hebben Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel (muv de ACOP) een akkoord getekend waardoor de defensiemedewerk(st)er vanaf de leeftijd van 65 jaar tot en met de AOW-datum een tegemoetkoming ontvangt.


Deze tegemoetkoming is een maandelijks bedrag dat gelijk is aan de bruto AOW-uitkering, inclusief vakantiegeld. Deze met de centrales van overheidspersoneel overeengekomen voorziening kent een terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Kortom aldus Defensie is er afdoende gedaan om de inkomstenterugval tegen te gaan.


Reactie: Het betreft een regeling van voorlopige aard. Voorts zal in de meeste gevallen de regeling geen volledige reparatie bieden voor de geleden of nog te lijden schade als gevolg van het AOW-hiaat. De bedragen die op grond van deze ministeriële regeling worden uitgekeerd betreffen bruto bedragen. Militairen en burgers houden van de tegemoetkoming op grond van deze ministeriële regeling minder over dan voorheen van de AOW werd overgehouden, omdat over het bedrag ook AOW-premie wordt ingehouden. Getuige de brief van Defensie van 14 december 2015 aan de Kamer is het ministerie van Financiën niet van plan om voor defensiepersoneel een uitzondering te maken. (TK 34300 X nr 71).


De rechtbank van Gelderland komt in de uitspraak van 27 oktober 2015 tot de conclusie dat de voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging van de AOW-leeftijd de inkomstenterugval niet geheel opheft.


Ook de Rechtbank Zeeland-West-Brabant komt in zijn uitspraak van 15 december 2015 tot een vernietigend oordeel over de tegemoetkoming:  De Voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd leidt niet tot een ander oordeel. Deze regeling heft weliswaar gedeeltelijk het AOW-gat op, maar het naar voren halen door eiser van zijn pensioen leidt nog steeds tot een inkomstenterugval. De geconstateerde leeftijdsdiscriminatie wordt door de regeling dus niet opgeheven.

 

7. Leeftijdsdiscriminatie en het sectoroverleg


Standpunt Defensie: In reactie op het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens heeft Defensie aldus de brief aan de Kamer het College kenbaar gemaakt dat aanpassing van de rechtspositie alleen mogelijk is na het bereiken van overeenstemming in het sectoroverleg Defensie, en dat Defensie tot die tijd gehouden is de bestaande rechtspositie te volgen (Brief aan de Kamer dd 29 juni 2015)


Reactie: Indien zowel het College als ook verschillende rechtbanken tot de conclusie komen dat er zonder een rechtvaardiging daarvoor sprake is van een ongeoorloofd onderscheid op grond van leeftijd dan kan Defensie maar ook de bonden niet om deze oordelen heen. Dit betekent feitelijk dat de rechtspositie conform het oordeel en de uitspraken dient te worden aangepast. Daarvoor is het niet noodzakelijk om het oordeel van de Centrale Raad van Beroep af te wachten.


Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt in een andere zaak dat de Minister van Veiligheid en Justitie en de politievakbonden discrimineren op grond van leeftijd door de aansluitende werkloosheidsuitkering van de politiemedewerker te beëindigen zodra hij 65 jaar is. (er zijn twee uitspraken t.w. tegen de Nationale Politie en tegen het ministerie en de politiebonden)


8. Dichten van het AOW-hiaat is arbeidsvoorwaardengeld


Standpunt Defensie: Het dichten van het AOW-hiaat is arbeidsvoorwaardengeld en indien het geld enkel en alleen gebruikt wordt om het AOW-hiaat op te lossen dan blijft er geen geld over voor andere arbeidsvoorwaarden waar andere veelal jongere militairen en burgers voordeel bij kunnen hebben.


Reactie: Het kan niet zo zijn dat een verboden onderscheid op grond van leeftijd in stand wordt gehouden omdat het geld maar één keer kan worden uitgegeven. Met de ophoging van de AOW-leeftijd heeft de Regering ook moeten voorzien welke financiële consequenties (zowel inkomsten als ook uitgaven) deze maatregel zal hebben. Indien bij de andere sectoren de aanpassing wel heeft plaatsgevonden dan kan Defensie niet droog houden dat dit niet voor de sector Defensie kan.


Uitspraken van rechtbanken (bron: www.rechtspraak.nl)


Rechtbank Overijssel uitspraak 24 februari 2015: Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door wachtgelduitkering te beëindigen bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd; beroep gegrond.


Rechtbank Noord-Holland uitspraak 9 april 2015: Mede gelet op het feit dat onder meer het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) ten aanzien van de ontslagleeftijd inmiddels is aangepast van 65 jaar naar de AOW-gerechtigde leeftijd, is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit, voor zover het ziet op de toegekende einddatum wegens strijd met artikel 3 van de WGBLA en artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en artikel 1 van de Grondwet geen stand houdt en dat artikel 17, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wachtgeldbesluit, in het onderhavige geval buiten toepassing dient te blijven. De rechtbank is in dit verband van oordeel dat evenmin rechtvaardiging kan worden gevonden voor een verschil in behandeling van ambtenaren zoals eiser, die onder het Wachtgeldbesluit vallen en ambtenaren die vallen onder het ARAR.


Rechtbank Gelderland uitspraak 14 april 2015: Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door de wachtgelduitkering van eiser te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.


Rechtbank Den Haag uitspraak 21 mei 2015:  Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door wachtgelduitkering van eiser te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.


Rechtbank Den Haag uitspraak 21 mei 2015: Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door de wachtgelduitkering van eiser te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.


Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak 20 juli 2015: Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door de wachtgelduitkering van eiser te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Beroep gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3 van de Wgbla, artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en artikel 1 van de Grondwet te worden vernietigd en artikel 17, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wachtgeldbesluit dient buiten toepassing te blijven.


Rechtbank Gelderland uitspraak 27 oktober 2015: Verboden onderscheid op grond van leeftijd bij beëindiging wachtgeld vanwege bereiken leeftijd van 65. Voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging van de AOW-leeftijd heft inkomstenterugval niet geheel op. Leeftijdsdiscriminatie.


Rechtbank Overijssel uitspraak 25 november 2015: Weigering toekenning van wachtgeld aan defensieambtenaar te wijzigen tot bereiken pensioengerechtigde leeftijd; ter zitting geen duidelijkheid verkregen over gevolgen nieuwe ministeriële regeling voor eiser; beroep gegrond.


Rechtbank Oost-Brabant uitspraak 8 december 2015: Beëindiging uitkering ingevolge het BWDEF als gevolg van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Sprake van homogene groep mensen die aan bepaalde, specifieke voorwaarden voldoen. Binnen die groep is geen sprake van onderscheid. Naar het oordeel van de rechtbank is daarom geen sprake van een verboden onderscheid naar leeftijd. Beroep ongegrond.


Rechtbank Oost-Brabant uitspraak 8 december 2015: Verweerder maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door de aan eiser(es) ingevolge het BWDEF toegekende wachtgelduitkering te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Anders dan jongere medewerkers, is eiser(es) niet in de gelegenheid opgebouwd uitkeringsrecht volledig op te souperen. Beroep gegrond.


Rechtbank Oost-Brabant uitspraak 8 december 2015: Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door de aan eiser(es) ingevolge het BWDEF toegekende wachtgelduitkering te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Anders dan jongere medewerkers, is eiser(es) niet in de gelegenheid opgebouwd uitkeringsrecht volledig op te souperen. Beroep gegrond.


Rechtbank Oost-Brabant uitspraak 8 december 2015: Defensie maakt verboden onderscheid op grond van leeftijd door de aan eiser ingevolge het Wbad toegekende wachtgelduitkering te beëindigen wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Anders dan jongere medewerkers, is eiser niet in de gelegenheid opgebouwd uitkeringsrecht volledig op te souperen. Beroep gegrond.


Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak 15 december 2015: Eiser ontvangt wachtgeld op grond van artikel 17, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie. Hij krijgt dit wachtgeld tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt. Het beroep wordt gegrond verklaard. De Voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd leidt niet tot een ander oordeel. Deze regeling heft weliswaar gedeeltelijk het AOW-gat op, maar het naar voren halen door eiser van zijn pensioen leidt nog steeds tot een inkomstenterugval. De geconstateerde leeftijdsdiscriminatie wordt door de regeling dus niet opgeheven.


Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak 15 december 2015: Eiser ontvangt een bovenwettelijke uitkering op grond van artikel 2, tweede lid, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie. Hij krijgt deze uitkering tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt. Het beroep wordt gegrond verklaard.

 

Oordelen van het College voor de Rechten van de Mens


2014 09 01 Oordeelnummer 2014-105 College voor de Rechten van de Mens


2014 12 11 Oordeelnummer 2014-156 College voor de Rechten van de Mens


2015 05 18 Oordeelnummer 2015-54 College voor de Rechten van de Mens

Kamerbrieven in 2015


2015 06 29 Kamerbrief 34000-X-105


2015 07 10 Kamerbrief 34000-X-107


2015 10 22 Kamerbrief 34300-X-16


2015 12 14 Kamerbrief 34300-X-71








Copyright © 2016 VERENIGING REÜNISTEN ELECTROMONTEURS  | Koninklijke Marine